BlowerDoor simulatiestromen
In deze tijd waarin energie steeds duurder wordt kunnen de meetdiensten van Thermodicht ervoor zorgen dat uw energiekosten worden verlaagd en uw comfort verhoogd. Wij bieden een totaalpakket aan van verschillende kwaliteitsmetingen zoals luchtdichtheid, binnenluchtkwaliteit, thermografie, ventilatie en geluid. Ook bij het energieneutraal maken van uw woning kunnen wij assisteren met behulp van onze geavanceerde meetapparatuur.
Luchtdoorlatendheid
Met een meting van de luchtdoorlatendheid van de gebouwschil kan – in tegenstelling tot thermografisch onderzoek – de omvang van aanwezige luchtlekkages kwantitatief worden bepaald. Ook kan de locatie van luchtlekkages worden vastgesteld. Voor woningen kan de volgens NEN 2686 gemeten luchtdoorlatendheid worden vergeleken met de eis in het Bouwbesluit en met de infiltratiewaarde die bij de berekening van de energieprestatie is gehanteerd.
Bij de beproevingsmethode luchtdoorlatendheid conform NEN 2686 / NEN-EN-ISO 9972:2015 en (voorheen de NEN-EN 13829) wordt het gebouw met behulp van een ventilator op onder- of overdruk gezet en wordt vervolgens de luchthoeveelheid gemeten die nodig is om een bepaalde onder- of overdruk in stand te houden. Deze meting wordt bij verschillende drukverschillen uitgevoerd. De resultaten van deze meting worden vervolgens weergegeven in een druk/volumekarakteristiek, een grafische voorstelling van het verband tussen de luchtvolumestroom en het luchtdrukverschil. Op basis hiervan kan de volumestroom worden bepaald bij een drukverschil van 10 Pa, de zogenaamde karakteristieke luchtvolumestroom (qv;10;kar).
Bouwbesluit en EPG- infiltratiewaarde:
qv10 en qv10kar
In het Bouwbesluit staat dat de luchtdoorlatendheid de luchtvolumestroom is die ontstaat via de kieren en naden tussen de verschillende bouwdelen in de omhulling van een gebouw bij een drukverschil van 10 Pascal, de zogenoemde qv10-waarde.
Voor een gebouw van 500 m³ is die waarde:
klasse 1: basis: een maximale qv10 van 200 dm³/s (0,2 dm³/s) d.w.z. een qv10/m² van 1 dm³/(s.m²) (qv10 EPG-berekening)
klasse 2: goed: een maximale qv10 van 80 dm³/s (vanaf 250 m³ gebouwinhoud), d.w.z. een qv10/m² van 0,6 dm³/(s.m²)
klasse 3: uitstekend: een maximale qv10 van 30 dm³/s (vanaf 250 m³ gebouwinhoud), d.w.z. een qv10/m² van 0,15 dm³/(s.m²) Bron SBR-publicatie”Luchtdicht Bouwen – therorie, ontwerp, praktijk”.
Wanneer gesproken wordt over de “qv,10,kar” is dit de tot een gebouw van 500 m³ herleide qv10-waarde; de qv10,kar wordt gebruikt bij grote gebouwen.
In plaats van de waarde van V50 wordt niet bij een overdruk van 50 Pa maar van 10 Pa gemeten.
BREEAM credit ENE 26
Voor extra informatie BREEAM ENE 26 – Waarborging thermische kwaliteit gebouwschil
Veelgestelde vragen
Het doel van een luchtdichtheidsmeting is het kunnen vaststellen van de mate van infiltratie/exfiltratie door de gebouwschil en dit te toetsen aan de voor het betreffende gebouw geldende eisen.
Met luchtdoorlatendheid wordt bedoeld, de mate waarin de schil van een gebouw (door kieren en naden) bij een bepaald drukverschil lucht doorlaat.
Een lage luchtdoorlatendheid (ofwel: een hoge luchtdichtheid) wordt bereikt door een goed ontwerp, een juiste voorbereiding en zorgvuldige uitvoering.
Systeem A: Natuurlijke toevoer en natuurlijke afvoer;
Systeem B: Mechanische toevoer en natuurlijke afvoer;
Systeem C: Natuurlijke toevoer en mechanische afvoer;
Systeem D: Mechanische toevoer en mechanische afvoer, al of niet met warmteterugwinning en recirculati