Wat is installatiegeluid?
Wij verrichten in het kader van de oplevering van bouwprojecten of in het geval van geluidklachten van, bewoners, geluidsmetingen volgens de Nederlandse norm NEN 5077. Bij geluidsmetingen aan installaties in gebouwen moeten we onderscheid maken tussen stationaire geluidsbronnen zoals ventilatiesystemen en geluidsbronnen met een fluctuerend karakter. Bij stationaire geluidsbronnen wordt het Leq bepaald per octaafband en bij fluctuerende geluidsbronnen het Lmax per octaafband op meterstand “Slow” of op meterstand “Maximum-hold” gedurende de werkingscyclus van de geluidsbron.
Bouwbesluit 2012
In het bouwbesluit wordt onder installaties verstaan: liften, toiletten, alle technische voorzieningen die te maken hebben met verwarming, ventilatie en pompen voor verhoging van de waterdruk (hydroforen). Aan het geluid hiervan zijn eisen gesteld ter bescherming van het gebruiks- of wooncomfort. Een elektrisch bediende garagedeur valt bijvoorbeeld buiten deze voorschriften.
Bepalingsmethode: Onderzoek – metingen
Het aantal meetposities in het ontvangvertrek is overeenkomstig de eisen uit de NEN 5077 en afhankelijk van de grootte van de ruimte. Het aantal meetposities is gelijk als die bij luchtgeluidsisolatiemetingen worden gesteld (afhankelijk van het vloeroppervlak). De verwerking van stoorgeluid etc. vindt op de gebruikelijke wijze plaats conform de NEN 5077. Bij geluidsmetingen van installatiegeluiden moeten alle ventilatie voorzieningen die zijn aangebracht in de meetruimte in een zodanige stand worden geplaatst dat aan de ventilatienorm wordt voldaan. Het maximale geluidsniveau vanwege installaties moet worden bepaald tijdens een normale werkingscyclus onder representatieve bedrijfssituaties van de betreffende installatie. Geluid van installaties in woningen mag niet hoger zijn dan 30 dB(A). Om dat geluid te meten en te beoordelen moet ook rekening worden gehouden met de nagalmtijd en het volume van de ruimte. Hieronder vindt u een overzicht van meest voorkomende aandachtspunten bij het verrichten van geluidsmetingen bij installatiegeluid volgens de NEN 5077.
Condities geluidmetingen installaties:
- Waterdruk: Tijdens de metingen heersende waterdruk, bij drukvariaties in het net zijn de meetresultaten bij de hoogste waterdruk maatgevend.
- Waterdebiet/druk: De metingen worden verricht bij maximale waarden van het waterdebiet en waterdruk die in het verwarmingssysteem kunnen optreden.
- Luchtdebiet CV: De metingen worden verricht bij een ventilatiesysteem. Een zodanige instelling van het ventilatiesysteem dat aan de eisen volgens de bouwvoorschriften (Bouwbesluit) wordt voldaan.
- Luchtdebiet: De metingen worden verricht bij een ventilatiesysteem. Een zodanige instelling van het ventilatiesysteem dat aan de eisen volgens de bouwvoorschriften (Bouwbesluit) wordt voldaan.
- Belasting liften: De metingen worden verricht conform NEN 5077, Bouwbesluit 2012 is gecombineerd met de praktijkrichtlijn NPR 5097, 2006.
Veelgestelde vragen
Het doel van een luchtdichtheidsmeting is het kunnen vaststellen van de mate van infiltratie/exfiltratie door de gebouwschil en dit te toetsen aan de voor het betreffende gebouw geldende eisen.
Met luchtdoorlatendheid wordt bedoeld, de mate waarin de schil van een gebouw (door kieren en naden) bij een bepaald drukverschil lucht doorlaat.
Een lage luchtdoorlatendheid (ofwel: een hoge luchtdichtheid) wordt bereikt door een goed ontwerp, een juiste voorbereiding en zorgvuldige uitvoering.
Systeem A: Natuurlijke toevoer en natuurlijke afvoer;
Systeem B: Mechanische toevoer en natuurlijke afvoer;
Systeem C: Natuurlijke toevoer en mechanische afvoer;
Systeem D: Mechanische toevoer en mechanische afvoer, al of niet met warmteterugwinning en recirculati
Recente berichten
Onze eigenschappen
Goede service
- 100% kwaliteit
Professionele meettechnici
- Creatieve oplossingen
Doel gericht
- Ruime ervaring